Heian kata’s




Het ontstaan van de Heian kata’s

In 1891 toonde het Japanse leger belangstelling om van Okinawa Karate een officiële Japanse militaire krijgskunst te maken. Tijdens medische onderzoeken raakten ze onder de indruk van de fysieke conditie van verschillende dienstplichtigen.

Het Japanse leger verloor echter zijn interesse in Karate toen het zich realiseerde dat het veel tijd zou kosten om de recruten op te leiden tijdens een zes tot acht weken durende bootcamp opleiding. Verouderde trainingsmethoden, slechte organisatie en gebrek aan standaardisatie bleken een groot nadeel.

Anko Itosu, een van de vooraanstaande grootmeesters op het eiland, zag echter mogelijkheden voor het karate en besloot tot een grondige modernisatie. De oude trainingsvormen werden verlaten en om de overstap naar de moeilijke kata’s als Naihanshin, Kushanku en Passai makkelijker te maken ontwikkelde hij nieuwe, korte kata’s met daarin elementen uit de oude kata’s. Deze kata’s noemde hij Pinan, later door Funakoshi omgedoopt tot Heian.

Met de intrede van deze Pinan (Heian) kata’s gebeurde er iets bijzonders. Een geheime en individuele gevechtsvorm kon opeens aan groepen onderwezen worden. Itosu begon les te geven op scholen en op een zeker moment werd karate zelfs officieel onderdeel van het onderwijsprogramma op Okinawa.

Het karate ontwikkelde zich en vond ook in Japan via scholen en universiteiten zijn weg. Trainingsprogramma’s, bandexamens, toernooien, stijlen en organisaties werden geïntroduceerd en maakten het karate tot wat het tegenwoordig is.

Reacties zijn gesloten.